Psychologische producten

Capaciteiten en vaardigheden onderzoek (IQ)

Met gebruikmaking van uitgebreide gevalideerde testinstrumenten bepalen we wat de capaciteiten en vaardigheden van de betreffende persoon zijn. Dit kan een onderdeel zijn van een assessment m.b.t. een nieuwe functie of als niveaubepaling (opleidingsmogelijkheden). Intelligentie zien wij als het vermogen om werk- en leertaken uit te voeren die denkkracht vragen om tot een goede oplossing of resultaat te komen. Het geeft aan op welk denkniveau u goed tot uw recht komt en welk opleidingsniveau goed bij u past.

Doel

Het doel van het intelligentieonderzoek is het bepalen van de algemene intelligentie van de kandidaat. Het onderzoek is bedoeld voor volwassenen van 16 tot en met 85 jaar.

Soorten intelligentie testen

A) WAIS-III-NL (uitgebreide intelligentietest) 

Het doel van het intelligentieonderzoek is om de algemene intelligentie te bepalen. De afnameduur bedraagt tussen de 60 en 90 minuten. Aan de hand van de WAIS-III-NL worden afwisselend verbale en performale subtests afgenomen. De WAIS-III-NL bestaat uit 16 subtests, waarvan er 2 optioneel zijn: 1. Onvolledige Tekeningen, 2. Woordenschat, 3. Symbool Substitutie, 4. Overeenkomsten, 5. Blokpatronen, 6. Rekenen, 7. Matrix Redeneren, 8. Cijferreeksen, 9. Informatie, 10. Plaatjes Ordenen, 11. Begrijpen, 12. Symbool Zoeken, 13. Cijfers en Letters, 14. Figuur Leggen, 15. Symbool Kopiëren (optioneel) en 16. Symbool Substitutie/Incidenteel leren.

B) GIT 2 (verkorte intelligentietest) 

De verstandelijke capaciteiten worden vastgesteld met behulp van de verkorte Groninger Intelligentie Test (GIT2). De totale afnametijd van deze verkorting tot 6 subtests bedraagt ongeveer 35 minuten. Het doel is om een indicatie te geven van het intelligentieniveau en het bijpassend opleidingsniveau. Bij het ontwikkelen van de GIT2 is gebleken dat de beste IQ-schatting gemaakt kan worden op basis van zes subtests: 1. Woordenlijst (taalkennis), 2. Legkaart (ruimtelijk inzicht, aanleg exacte vakken), 3. Figuurontdekken (waarnemingsintelligentie), 4. Cijferen (rekenkundige vaardigheden), 5. Woordmatrijs (logisch denken taal), 6. Woordopnoemen (verbale vloeiendheid).

C) ACT Algemene Intelligentie (digitale test)

Deze test meet de intelligentie van een cliënte. Via 3 subtesten behandelt de test alle onderdelen van intelligentie (cijfers, figuren en woorden). Numeriek (cijferreeksen), abstract (ruimtelijk inzicht en probleemoplossend vermogen) en verbaal (verbaal en/of schriftelijk redeneervermogen).